eczeem

Eczeem

Eczeem is een jeukende huidaandoening (= dermatose) van de oppervlakkige lagen (= epidermis) van de huid (= dermis). Eczeem is een verzamelnaam voor een breed scala van huidaandoeningen die maar zeer ten dele wat met elkaar te maken hebben, en van vele vormen ervan is de oorzaak nog maar slecht bekend. De meeste, maar niet alle eczemen jeuken, maar lang niet alle jeukende aandoeningen zijn eczeem. Andere veelvoorkomende symptomen kunnen zijn: rode huid, schilfervorming, blaasjes en builtjes. Juist het tegelijk voorkomen van meerdere van deze symptomen duiden op eczeem.

Eczeem is een vorm ‘dermatitis’ wat ‘huidaandoening’ betekent. Andere aandoeningen die ook onder de noemer dermatitis vallen zijn:

  • Psoriasis, een chronische aandoening waarbij de huid teveel nieuwe huidcellen aanmaakt.
  • Ringworm, een schimmelinfectie van de huid.
  • Luieruitslag, een vorm van uitslag waar bijna alle baby’s wel eens mee te maken krijgt.
  • Netelroos, een allergische reactie van de huid die gekenmerkt wordt door rode vlekjes die gevolgd worden door dikke bleke plekken.

De meest voorkomende vormen van eczeem zijn atopisch eczeem en contacteczeem.

 

ATOPISCH ECZEEM

Atopisch eczeem (constitutioneel eczeem), is een veel voorkomende huidaandoening die behoort tot het atopiesyndroom. Bij dit syndroom ontstaan ontstekingsreacties in het lichaam als gevolg van een aanleg om overgevoelig te reageren op stoffen of prikkels uit de omgeving. Deze ontstekingsreacties kunnen zich in de huid uiten als atopisch eczeem, in de slijmvliezen van de neus en ogen als hooikoorts en in de luchtwegen als astma. Deze aanleg is erfelijk en kan in principe op iedere leeftijd voor het eerst tot uiting komen, maar meestal al snel na de geboorte.

De precieze oorzaak van atopisch eczeem is onbekend. Verondersteld wordt dat het eczeem ontstaat door een samenspel van diverse factoren. In de eerste plaats is er een erfelijke aanleg. Daarnaast is er de invloed van allergische en niet-allergische factoren uit de omgeving. Deze factoren kunnen zowel van buitenaf op de huid inwerken als van binnenuit de huid beïnvloeden. Van de niet-allergische factoren zijn onder andere van belang water, zeep, droge lucht, warmte transpiratie en wollen kleding. Ook infecties door bacteriën en virussen kunnen het eczeem doen verergeren. Stress, zowel lichamelijk als psychisch, kan de prikkeldrempel van de huid verlagen, waardoor het eczeem kan verergeren. Een allergie voor voedingsmiddelen of voor stoffen die worden ingeademd (inhalatieallergenen) kan mogelijk een rol spelen in het beloop van atopisch eczeem. Een oorzakelijk verband tussen voedselallergieën en het ontstaan van atopisch eczeem is meestal niet aantoonbaar. Voorbeelden van voedingsmiddelen die allergieën kunnen veroorzaken zijn koemelk, kippenei, pinda's en noten. Voorbeelden van inhalatieallergenen zijn huisstofmijt, huidschilfers van dieren en pollen van grassen en bomen.

De verschijnselen van atopisch eczeem zijn roodheid en schilfering van de huid en het voorkomen van kleine bultjes en soms vochtblaasjes. Daarnaast kan vochtafscheiding optreden. Aangezien eczeem jeuk veroorzaakt, zijn vaak krabeffecten aanwezig. Door het wrijven en krabben wordt het eczeem mede in stand gehouden. Als het eczeem langere tijd bestaat treedt verruwing van de huid op. Atopisch eczeem ontstaat meestal in de eerste 6 levensmaanden, maar kan in principe op iedere leeftijd beginnen. Het beloop is erg wisselend, met betere en slechtere perioden. Het eczeem kan gedurende een betrekkelijk korte tijd aanwezig zijn, maar ook chronisch blijven bestaan. Bij sommige mensen verdwijnt het om vervolgens veel later weer terug te keren. Bij een baby wordt atopisch eczeem dauwworm genoemd. Dauwworm bevindt zich voornamelijk in het gelaat, achter de oren en op de behaarde hoofdhuid, romp, armen en benen. Op de peuterleeftijd bevindt het eczeem zich vooral in de elleboogsholten en knieholten en op de polsen en enkels. Ook in de hals en de nek kan het eczeem voorkomen. Na het 10e jaar zijn de afwijkingen voornamelijk gelokaliseerd op de handen en voeten en op de buigzijde van de ellebogen en knieën. Ook rond de ogen kan het eczeem voorkomen. De niet-aangedane huid van iemand met atopisch eczeem is erg droog en schilferend. De droge huid is gauw geïrriteerd en jeukt snel bij transpireren en het dragen van wol. Door veelvuldig wassen met zeep wordt de huid nog droger en nemen de klachten toe. De huid van mensen met atopisch eczeem is extra gevoelig voor infecties. Er kunnen regelmatig infecties door bacteriën optreden. Ook waterwratten (mollusca) komen veel voor bij kinderen met atopisch eczeem.

CONTACTECZEEM

Contacteczeem is een vorm van eczeem als reactie op een stof die van buitenaf de huid binnendringt. Er wordt onderscheid gemaakt in twee soorten contacteczeem: ortho-ergisch contacteczeem en allergisch contacteczeem. Ortho-ergisch contacteczeem wordt veroorzaakt door irriterende stoffen, zwak toxische stoffen zoals oplosmiddelen en zepen. Dit gebeurt bij iedereen in meer of mindere mate. Bij dit type eczeem is een chronische inwerking door dergelijke zwak toxische prikkels de oorzaak van de ontstekingsreactie in de huid. Men spreekt van allergisch contacteczeem als de stoffen in de huid niet een toxische- maar een allergische reactie teweegbrengen. Het is een "overgevoeligheids"-reactie van het lichaam waarbij de afweer is ingeschakeld. Dit gebeurt alleen bij personen die in een eerdere fase voor die bepaalde stof, ook wel allergeen genoemd, allergisch zijn geworden. Een combinatie van het allergisch contacteczeem en eczeem door irritatie komt ook voor. Bij allergisch contacteczeem kan men door middel van huidtesten onderzoek doen naar de oorzaak van het eczeem. Dergelijke testen zijn er niet voor ortho-ergisch contacteczeem. Een allergisch contacteczeem is niet besmettelijk voor anderen. Wel moet u, als het eczeem "open en nattend" is, algemene regels van de hygiëne in acht nemen om te voorkomen dat het infecteert. Het allergisch contacteczeem is niet erfelijk.

Of en op welk tijdstip een stof een contactallergie veroorzaakt, hangt af van de eigenschappen van de betrokken stof. Voor sommige stoffen wordt men snel en gemakkelijk allergisch. Maar ook persoonlijke eigenschappen, die nog onvoldoende bekend zijn, spelen een rol. Als een stof met allergische eigenschappen goed door de huid heendringt, bijvoorbeeld omdat deze beschadigd is door irritatie, treedt sneller overgevoeligheid op dan wanneer de huid intact is. Het is goed mogelijk om zonder problemen jaren achtereen met een bepaalde stof gewerkt te hebben voordat men, zomaar opeens, allergisch wordt. Anderzijds kan een contact van enkele weken reeds voldoende zijn. Is men eenmaal allergisch, dan zijn slechts hele kleine hoeveelheden van het allergeen nodig om huidklachten te veroorzaken. Een contactallergie blijft vaak levenslang bestaan.

Het aantal stoffen dat een contactallergie kan veroorzaken (contactallergenen) is heel groot. De meest voorkomende allergenen zijn:

  • onedele metalen, zoals nikkel en chroom, die respectievelijk o.a. te vinden zijn in “goedkope” sieraden, cement (metselaarseczeem) en leer
  • geurstoffen, zoals die gebruikt worden in parfums en cosmetica, maar ook in industriële producten om onaangename geuren te maskeren
  • conserveermiddelen, gebruikt in producten die aan bederf onderhevig zijn, zoals cosmetica, handcrèmes en talrijke industriële producten
  • stoffen die in rubber zitten
  • lijmen
  • geneesmiddelen in zalven
  • planten
  • beroepsgebonden stoffen, zoals bestanddelen van haarverf en permanentvloeistoffen bij kappers (kapperseczeem).